Spiritisme en Spiritualisme
Spiritualisme is het tegenoverstelde van Wetenschap. Iedereen die gelooft iets meer inzicht te hebben dan in de stof alleen, is spiritualist. Maar daaruit volgt nog niet automatisch dat hij aan het bestaan van geesten of aan hun gemeenschap met de zichtbare wereld gelooft. In plaats van de woorden spiritualist en spiritualisme gebruiken wij de woorden spiritistisch en spiritisme om het laatste geloof aan te duiden, waarvan de vorm herinnert aan de oorsprong en de grondgedachte van Allan Kardec’s spirite. De woorden spiritist en spiritisme hebben het voordeel daardoor volkomen duidelijk te zijn, terwijl wij aan het woord spiritualisme zijn eigen algemene betekenis laten. Wij zeggen dus dat de grondslag van de spiritistische leer of het spiritisme ligt in de betrekking die bestaat tussen de stoffelijke wereld en de geesten of wezens van de onzichtbare wereld. De volgelingen van het spiritisme noemen wij spiritisten.
Wetenschap
Zodra de wetenschap buiten het gebied van de stoffelijke waarneming van de feiten treedt, wanneer het erop aankomt die feiten te beoordelen en te verklaren, dan wordt er volop gegist en verondersteld. Iedereen komt voor de dag met zijn eigen stelseltje dat hij voorop zet en hardnekkig verdedigt. Zien wij niet dagelijks de meest uiteenlopende meningen die of hoog opgehemeld worden of weer verworpen worden? Worden zij niet nu eens als ongerijmde dwalingen bestreden en dan weer als onbetwistbare waarheden verkondigd?
De gewone wetenschappen steunen op de eigenschappen van de stof, waar men proeven mee kan nemen en die men willekeurig kan bewerken. De spiritistische verschijnselen steunen op de werking van intelligenties die een eigen wil hebben en die ons telkens bewijzen dat zij niet aan onze grillen onderworpen zijn. De waarnemingen kunnen dus niet op dezelfde wijze gedaan worden. Zij vereisen bijzondere omstandigheden en toestanden en zij hebben een ander uitgangspunt. Het willen onderwerpen van deze waarnemingen aan onze gewone wijze van onderzoek zou betekenen dat wij vergelijkingen maken die niet bestaan.
Het spiritisme is geheel gebaseerd op het bestaan van de ziel en haar toestand na de dood en het is zeer onlogisch te geloven, dat iemand een groot psycholoog moet zijn omdat hij een groot wiskundige is of groot ontleedkundige. Wanneer de anatoom patholoog het menselijke lichaam ontleedt, zoekt hij naar de ziel en omdat hij die niet onder het ontleedmes vindt, zoals een zenuw, of omdat hij de ziel niet als een gas ziet ontsnappen en omdat hij zich helemaal plaatst op het uitsluitend stoffelijk standpunt, trekt hij daaruit de conclusie dat de ziel niet bestaat. Volgt daar nu noodzakelijkerwijze uit dat hij gelijk heeft volgens de algemene mening?
De mens die zijn rede voor onfeilbaar houdt, dwaalt licht. Zelfs zij die de meest verkeerde denkbeelden hebben, baseren die op hun rede, en daarom verwerpen zij alles wat hun onmogelijk voorkomt. Degenen die in vroegere tijden de meest bewonderenswaardige ontdekkingen van de mensheid verwierpen, deden allen een beroep op die rechter van de rede om ze af te keuren. Wat men rede noemt is vaak niets anders dan vermomde hoogmoed. En degene die zich onfeilbaar waant, stelt zich hoogmoedig gelijk met God.